Ga naar hoofdinhoud
De BeterDichtbij servicedesk is tijdelijk telefonisch niet bereikbaar i.v.m. storing. Je kunt contact opnemen via de chat op onze website of per mail via service@beterdichtbij.nl

Samenwerken voor digitale zorg: “Als het eenvoudig kan, doen we dat”

Eenvoudig contact tussen zorgverleners en patiënten, waar en wanneer zij dat willen. Vanuit dat uitgangspunt werkt BeterDichtbij al sinds de start graag samen met andere diensten in de zorg. Sinds kort ook via een API die BeterDichtbij heeft ontwikkeld: Hiermee kunnen patiënten berichten met hun zorgverlener uitwisselen binnen andere digitale diensten, zoals het portaal en thuismeetoplossingen. Sander Bijl, operationeel directeur van BeterDichtbij, vertelt hoe dit technisch is ingericht en wat dit betekent voor digitale zorg nu en in de toekomst.

Sander Bijl, operationeel directeur BeterDichtbij

Wil je ons eens meenemen in wat de API van BeterDichtbij kan betekenen voor zorgverleners en patiënten.

“Wij zorgen er natuurlijk met BeterDichtbij voor dat patiënten en zorgverleners eenvoudig contact kunnen hebben met elkaar. En dat willen we altijd zo eenvoudig mogelijk maken. Met de API zetten we daar een belangrijke stap in. Daarmee kunnen patiënten overal waar dat waardevol is, contact hebben met hun zorgverlener. De API moet je zien als een integratie op contentniveau, deze zorgt er dus voor dat de berichten die worden uitgewisseld via BeterDichtbij ook in andere diensten en apps beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld in het portaal of een thuismeetoplossing. Een mooi voorbeeld vind je in het Anna Ziekenhuis, waar BeterDichtbij nu in het patiëntenportaal van Funatic beschikbaar is. Zo kunnen patiënten ook via het portaal berichten sturen en lezen, zonder onze app te gebruiken.”

Overal contact met je zorgverleners dus, waar je wilt. Maar de BeterDichtbij app op de telefoon van patiënten dan, is die dan nog wel relevant?

“De BeterDichtbij app wordt de plek waar alles samenkomt. Daar heb je alle gesprekken met zorgverleners vanuit bijvoorbeeld het algemene ziekenhuis, je huisarts en thuiszorg en het UMC. En waarmee je beeldbelt, want dat kan niet op het integratieniveau van een API. En uiteindelijk kan het dus zo zijn dat je de BeterDichtbij niet meer op je telefoon hebt, maar er toch elke dag gebruik van maakt. Het maakt immers niet meer uit vanaf welk platform je dan je berichten uitwisselt.”

Hoe komen integraties tot stand met andere diensten en apps?

“Veelal zijn het ziekenhuizen en zorgorganisaties die hun wens aan ons laten weten. Daar kijken we altijd goed naar, en als het mogelijk is maken we een koppeling. Dat deden we eerder ook met Luscii via een integratie met een zogenaamde in-app link voor patiënten. En die integratie werkt overigens twee kanten op: ook alerts vanuit Luscii zijn zichtbaar voor zorgverleners in BeterDichtbij. Daar liggen natuurlijk nog veel kansen, die we momenteel ook uitwerken. Waardevol voor de ziekenhuizen die BeterDichtbij en Luscii beide inzetten. En voor onze samenwerking met de 7 Santeon ziekenhuizen voor het thuismonitoringscentrum, is deze koppeling ook een belangrijke basis, omdat hier onder andere voor BeterDichtbij en Luscii is gekozen als achterliggende diensten.

Daarnaast zie je dat er een aantal grote digitale diensten zijn die een belangrijke rol spelen in de patiëntreis. Dan heb ik het uiteraard over het dossier, maar ook over platforms voor patiënteninformatie zoals Thuisarts.nl, Apotheek.nl en Indiveo. Die informatie is geïntegreerd in het BeterDichtbij platform. Vanuit contact kan dan makkelijk altijd de juiste informatie worden uitgewisseld.”

Dus als het waarde heeft voor gebruikers, werkt BeterDichtbij graag samen. Is de vorm daarbij ondergeschikt?

“Dat klopt. Als het eenvoudig kan, doen we dat. Dat betekent dat het vaak klein begint, en dat we daarna samen kijken hoe we de samenwerking kunnen verdiepen voor meer waarde. Dan kan het zijn dat we erna overgaan naar een API.

Deze stappen zijn wat mij betreft het begin. Er ontstaat echt een sterk landschap voor digitale zorg, waar we samen nog grote stappen kunnen zetten om het steeds makkelijker te maken, voor patiënten en voor zorgverleners.”