Ga naar hoofdinhoud
De BeterDichtbij servicedesk is tijdelijk telefonisch niet bereikbaar i.v.m. storing. Je kunt contact opnemen via de chat op onze website of per mail via service@beterdichtbij.nl

“Ik wil niet zeggen dat ik hierdoor ineens een betere dokter word, maar je leert mensen wel beter kennen”

Kinderen met een hevige voedselallergie, eczeem of astma. Kinderarts-allergoloog Monique Gorissen van het Deventer Ziekenhuis behandelt 0 tot 21-jarigen met een chronische aandoening, die op momenten ingrijpend voor hun leven is. Zij kan zich niet meer voorstellen hoe het contact met hen of hun ouders zou verlopen zonder de BeterDichtbij-app. “Je leert mensen beter kennen. Dat is cruciaal voor het opbouwen van vertrouwen.”

Een moeder die hier uit ervaring over mee kan praten is Aranka Nijland. Haar zoon Wess heeft al vanaf zijn geboorte eczeem. Al viel het pas echt op toen hij vier jaar oud was. Ineens verschenen er rode vlekken met hevig jeukende blaasjes over zijn buik, armen en benen, die later opdroogden tot korsten en wel wat op krentenbaard leken. Sindsdien kan de huiduitslag plotseling opvlammen, op verschillende delen van zijn lichaam. Alleen zijn gezicht doet altijd mee.

Voor februari 2021 moest Aranka bij een acute aanval van eczeem eerst bellen met de kinderafdeling van het Deventer Ziekenhuis. Daarna kon ze foto’s mailen naar de poli-assistent, die deze dan doorstuurde naar de kinderarts-allergoloog Monique Gorissen, waarna er een belafspraak werd ingepland. “Heel omslachtig”, vertelt Aranka. “Het duurde al gauw dagen voor we konden beginnen met een zalf.” Daarbij hadden de arts en eczeemverpleegkundige het liefst dat ze even langskwam met Wess. En dat zag haar zoon niet zitten. In zijn jonge leven had hij al meerdere operaties meegemaakt aan zijn oren en keel. Ook moest hij een keer aan een infuus met antibiotica, omdat het eczeem niet overging. Daardoor wilde hij absoluut voorkomen dat er opnieuw een arts aan zijn lijf zat.

Hoe meer grip patiënten hebben op hun ziekte, hoe minder erg ze het vinden en hoe zekerder ze zich voelen.

Laagdrempelig beschikbaar

“Ik werk met patiënten die hun aandoeningen altijd bij zich dragen en die hier plotseling erg veel last van kunnen krijgen”, geeft Monique aan. “Zoals Wess. Al toen hij een klein mannetje was, zorgde een bacterie voor een plotselinge rode, jeukerige uitslag in zijn gezicht. Als arts wil je mensen graag helpen. Maar hoe vervelend het ook is, zijn situatie was in die tijd niet ernstig genoeg voor een spoedgeval. Daardoor kon ik er niet voor ze zijn op het moment dat het ertoe doet.”

Tegenwoordig stuurt Wess’ moeder via BeterDichtbij een bericht naar Monique als het eczeem weer opspeelt, met een paar foto’s erbij. Hierop reageert de kinderarts zodra ze kan. “Op een foto zie je meestal wel wat er aan de hand is”, zegt ze. Hierdoor kan er veel sneller actie ondernomen worden en heeft de ouder het gevoel dat de ziekte onder controle is.

Monique vindt het prettig dat ze zo laagdrempelig beschikbaar is. “BeterDichtbij
sluit veel beter aan op mijn werk met chronisch zieken, dan de spreekuren die we vroeger hielden waarin we terugblikten op hoe het die periode daarvoor gegaan was. Patiënten of hun ouders nemen nu contact met mij op wanneer dat voor hen belangrijk is. Dan geef ik ze handvatten zodat ze weten wat ze kunnen doen. Dat is cruciaal voor het slagen van de behandeling. Hoe meer grip patiënten hebben op hun ziekte, hoe minder erg ze het vinden en hoe zekerder ze zich voelen.”

Patiënten willen graag gezien worden als mens, niet als de ziekte die ze hebben.

Privédingen delen

Door de berichtenuitwisseling via BeterDichtbij is het contact tussen Monique en haar patiënten en hun ouders wederkeriger geworden. Ze is minder de arts in witte jas die in de spreekkamer orakelt over wat haar gasten het beste kunnen doen en gaat meer als een dokter-coach te werk. Zoekt aansluiting op het leven van het kind. “Patiënten willen graag gezien worden als mens, niet als de ziekte die ze hebben”, licht ze toe.

Als voorbeeld noemt ze een brugklasser die last van astma heeft. Laatst stelde ze haar de vraag hoe het nu met haar aandoening gaat. Op een schaal van 1 tot 10 gaf het meisje het een cijfer 6. “Hoe kunnen we hier een 7 van maken?”, vroeg Monique. “Als het lukt om naar school te fietsen én te kunnen praten met mijn vriendin”, antwoordde ze. Monique: “Het zijn altijd privédingen die het gevoel van welzijnverbeteren. Als je hier ruimte voor maakt in het gesprek en bijvoorbeeld een paar dagen later nog eens vraagt hoe het verlopen is, dan geeft dat vertrouwen. Daardoor deelt dit meisje eerder als er wat mis is en kan ik er voor haar zijn.”

Regelmatig contact

De meeste vragen krijgt Monique van jonge ouders, over kinderen onder de vier jaar. Zij zijn kwetsbaarder en kunnen zich minder goed uitdrukken dan oudere kinderen. Hierdoor zijn hun verzorgers vaak bezorgder, bang voor bijwerkingen. “Is dit nou een teken van een beginnende allergische reactie?” vragen ze zich bijvoorbeeld af.

Zeker experimenteren met medicijnen vinden ouders heel moeilijk. Soms voelt Monique aan dat de vader en moeder niet helemaal gerust zijn op de afgesproken behandeling. “Ik proef tussen de regels van het BeterDichtbij-bericht door dat ze het niet vertrouwen en eigenlijk iets anders willen.” Dan legt ze nog eens uit waarom ze het op deze manier aanpakken en stelt voor om via de app regelmatig contact te houden.

Ik ben geen afstandelijke dokter voor wie het alleen om het medische aspect gaat.

Zo ging het ook met de ouders van een peuter die een kippenei-allergie had, waar het heftig op reageerde. Monique voelde aan dat zij huiverig waren om ander nieuw eten bij hun kind te introduceren. Zoals pindakaas. Bang om opnieuw geconfronteerd te worden met hevig braken en een huiduitslag over het hele lichaam. “Durven jullie dit aan?” vroeg ze voor de zekerheid. “Toch wel”, ontving ze terug. “Stuur me een bericht hoe het gaat en als het spoed heeft, dan bel je”, antwoordde ze.

Een dag later ontving de arts een foto van de peuter met een paar rode vlekken in het gezicht, niets ernstigs. “Geen reden om te stoppen”, appte ze. Een dag later hadden ze weer contact en op de derde foto die de ouders stuurden zag ze een vrolijk lachende peuter die een stuk boterham met pindakaas aan het eten was. Plus een paar opgeluchte ouders: “We zijn dolblij dat het gelukt is!” Monique: “Doordat ik hun angst serieus neem en aangeef dat we het samen doen, merken zij dat ik persoonlijk beschikbaar voor ze ben. Ik ben geen afstandelijke dokter voor wie het alleen om het medische aspect gaat. Weten dat het met het kind goed gaat en dit soort directe feedback van de ouders, maakt mijn vak leuk en geeft me voldoening.”

Loslaten

Mochten de berichten via de app reden zijn voor nader contact, dan beeldbelt
Monique via BeterDichtbij. De eerste keer dat ze Aranka Nijland op die manier
sprak, zag ze de moeder en haar zoon met twee langharige chihuahua’s op de bank zitten. Tekeningen van Wess hingen achter hen. Die wilde hij haar graag laten zien. “Ik kom dan hun domein binnen, waardoor zij iets van zichzelf kunnen laten zien. Anders ben ik altijd de dokter met de expertise waarbij zij hun vraag neerleggen. Nu zie ik ook iets van hun leven, waar ik mijn interesse voor kan laten zien. Ik wil niet zeggen dat ik hierdoor ineens een betere dokter word, maar je leert mensen wel beter kennen.”

Hoewel Monique haar patiënten nu vaker digitaal in plaats van fysiek spreekt is hun band persoonlijker geworden. Er is tussentijds contact op de momenten die ertoe doen. En af en toe spreken ze ook over persoonlijke onderwerpen die iemands leven beïnvloeden. Hierdoor zijn patiënten en hun ouders opener over waar ze zich zorgen over maken.

Ze houdt het digitale contact open zolang ouders dat nodig hebben. Soms spreekt de kinderarts hen lange tijd niet en staan er geen afspraken gepland, maar weten ouders dat zij haar kunnen bereiken. “Als dat een poos goed gaat, dan durven zij en ik hen, met een goed gevoel los te laten.”

 

September 2024.

Dit artikel is geschreven door Iris Peters, gepubliceerd met toestemming van alle geïnterviewden en in nauwe afstemming met het Deventer Ziekenhuis.